Muziekvereniging Heijenoord viert honderdjarig bestaan!
Het door (spoor)werklieden op 1 november 1922 opgerichte Fanfarecorps uit de gelijknamige Arnhemse wijk Heijenoord wenste het arbeidersvolk door middel van het maken van muziek beschaving bij te brengen, het zedelijk peil te verhogen en een aangename ontspanning te bieden. Dat die laatste doelstelling nog steeds actueel is, blijkt uit de gretigheid waarmee de leden in coronatijd direct weer op de repetitie verschenen zodra dat weer enigszins mocht.
De honderdjarige geschiedenis leest als een roman: de beginjaren met repetities in een stal of wellicht de remise van de NS, dat is niet geheel duidelijk. De succesvolle bootreisjes naar Nijmegen, Doesburg of Kleve in de jaren dertig waarbij ook donateurs, wijkgenoten en gezinsleden van de (uitsluitend mannelijke) muzikanten mee mochten varen. Ze werden onthaald op muziek, een loterij en een haringverkoop die ongetwijfeld de kas moesten spekken. Het is onduidelijk wanneer de eerste vrouwelijke muzikanten werden toegelaten maar heden ten dage is de verdeling in het 25-koppige orkest fifty-fifty.
De oorlog maakte een eind aan de succesvolle optredens met op het hoogtepunt wel 600 man publiek. Het orkest kwijnt in de oorlogsjaren weg doordat de Duitse bezetter vrijwel geen vergunningen meer afgeeft voor straatoptredens en een aantal orkestleden tewerk wordt gesteld in Duitsland. De gemeentelijke vordering van het repetitielokaal in mei ’44 ten behoeve van een gaarkeuken betekent het einde van de repetities
Na de oorlog blijken alle instrumenten gestolen en het lokaal zwaar beschadigd. Een negenkoppige band van leden, die bij een herverdeling door de Arnhemse Muziek Federatie een aantal muziekinstrumenten krijgt, zorgt al spelend op een wagen door de stad voor inkomsten waarvan nieuwe instrumenten kunnen worden gekocht. Deze latere (anwege hun blauwe boerenkielen) tot Blauwe Jungskes omgedoopte band, is nog steeds een waardevol ensemble binnen muziekvereniging Heijenoord en sinds de jaren vijftig actief als Hofkapel van de Arnhemse carnavalsvereniging De On-Ganse.
In 1954 wordt door alle leden in drie maanden tijd eigenhandig een nieuw repetitielokaal gebouwd aan de Rozenstraat. Zij bikken hiervoor de stenen af van het oude Diaconessenhuis en ander oorlogspuin. Beschermvrouwe A.C. Spiering, uit een bekende welgestelde familie, draagt de vereniging een warm hart toe en verricht de opening op 11 december 1954.
De vereniging schopt het op een concours in 1956 tot beste corps van Nederland en promoveert naar de Vaandelafdeling. Het jaar daarop weer de beste van het land en een radio-optreden bij de Avro. Er wordt opgetreden in Het Kurhaus in Scheveningen en een singletje gemaakt met de Burgemeester Matsermars waarvan de bladmuziek helaas niet terug te vinden is.
Het is in dit gebouwtje, net achter cursuswerkplaats de Helling, waar bijna zeventig jaar na dato nog steeds elke dinsdagavond de trommels roffelen, de trompetten en hoorns schallen, de bassen brommen, de saxen swingen en fluit, klarinet, en hobo hun loopjes maken. De laatsten doen pas vanaf 1986 mee toen door een continu gebrek aan bugelspelers de fanfare omgevormd werd tot harmonie.
Andere hoogte- en dieptepunten zijn te lezen in de door Hanny Langelaan en Jet Nijemeisland, verzorgde publicatie: 100-jarig bestaan Muziekvereniging Heijenoord.
In dit jaar zullen verschillende evenementen plaatsvinden om dit jubileum te vieren, onder andere zaterdag 13 mei met verschillende muziekgezelschappen uit Arnhem en omstreken:
